In moderne kantoorgebouwen zijn belcellen een steeds vaker voorkomend fenomeen. Deze kleine, afgesloten ruimtes bieden werknemers de mogelijkheid om telefoongesprekken te voeren zonder hun collega’s te storen. Echter, de brandveiligheid van deze belcellen roept belangrijke vragen op, vooral in gebouwen met uitgebreide brandbeveiligingsinstallaties zoals sprinklers, brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties.
Een cruciale vraag is of een rookmelder in de belcel vereist is bij volledige bewaking. Dit hangt af van de grootte en het gebruik van de cel. Kleine belcellen, die meestal kortdurend worden gebruikt, hebben mogelijk geen aparte rookmelder nodig. Grotere overlegcellen, waar langdurig verblijf wordt verwacht, vereisen echter wel detectie om tijdige alarmering te garanderen.
Daarnaast speelt de ventilatie van de belcel een rol. Bij vaste ventilatie, gekoppeld aan het gebouwgebonden systeem, is snelle detectie van brand essentieel om verspreiding van rook te voorkomen. Bij losse ventilatoren kan rook sneller de omliggende bewaakte ruimte bereiken, wat de noodzaak voor een rookmelder in de cel zelf kan verminderen, afhankelijk van de celgrootte.
Het interpretatiebesluit van het CCV biedt richtlijnen voor de beoordeling van eenpersoons belcellen. Deze belcellen, met een maximale oppervlakte van 2 m², zijn niet bedoeld voor langdurig verblijf, ondanks de aanwezigheid van ventilatie. Het besluit stelt dat bij niet-automatische of gedeeltelijke bewaking geen automatische brandmelder in de cel nodig is. Bij volledige bewaking is dit echter wel vereist, vooral bij grotere overlegcellen. Voor gebouwen met een ontruimingsalarminstallatie type A of B is het niet nodig een signaalgever in de kleine belcel te plaatsen als het geluidsdrukniveau van het ‘slow-whoop’-toonsignaal in de belcel ten minste 60 dB (A) bedraagt. Bij grotere overlegcellen is dit wel verplicht.
Daarnaast is er een harmonisatieafspraak voor niet-gesprinklerde ruimten bestemd voor tijdelijk gebruik, zoals belcellen, vergadercellen en stilteplekken. Deze ruimten kunnen buiten de sprinklerbeveiliging worden gelaten onder de volgende voorwaarden:
– De ruimte is bestemd voor kortdurend, tijdelijk gebruik.
– Er is ten minste 500 mm vrije ruimte onder het bovengelegen plafond en de daaronder aanwezige sprinklers, of de sprinklers zijn correct geprojecteerd ten opzichte van de ruimte.
– De ruimte is losstaand in de met sprinklers beveiligde ruimte, met ten minste 150 mm onderlinge afstand tussen meerdere niet-gesprinklerde ruimten.
– De oppervlakte van de ruimte is niet groter dan 2,2 m² en wordt niet gebruikt voor opslag.
Bij de plaatsing van belcellen is het essentieel om het ontruimingsplan en de ontruimingsplattegronden aan te passen. Dit zorgt ervoor dat de bedrijfshulpverleningsorganisatie (BHV) de belcellen meeneemt in de ontruimingsronden, net zoals bij toiletten.
Voor advies kunt u contact met ons opnemen via info@sonon.nl.